De mens, Adam, had gemeenschap met Eva, zijn vrouw, en zij werd zwanger en bracht Kaïn ter wereld. ‘Met de hulp van de HEER,’ zei ze, ‘heb ik het leven geschonken aan een man!’ Later bracht ze zijn broer ter wereld, Abel. Abel werd herder, Kaïn werd landbouwer. Op een keer bracht Kaïn de HEER een offer van wat hij had geoogst. Ook Abel bracht een offer; van de eerstgeboren dieren van zijn kudde koos hij de mooiste uit. De HEER merkte Abel en zijn offer op, maar voor Kaïn en zijn offer had hij geen oog. Dat maakte Kaïn woedend, zijn blik werd donker. De HEER vroeg hem:

‘Waarom ben je zo kwaad, waarom kijk je zo donker? Handel je goed, dan kun je toch iedereen recht in de ogen kijken? Handel je slecht, dan ligt de zonde op de loer, begerig om jou in haar greep te krijgen; maar jij moet sterker zijn dan zij.’ Kaïn zei tegen zijn broer Abel:

‘Laten we het veld in gaan.’ Toen ze daar waren, viel hij zijn broer aan en sloeg hem dood. Toen vroeg de HEER:

‘Waar is Abel, je broer?’ ‘Dat weet ik niet,’ antwoordde Kaïn. ‘Moet ik soms waken over mijn broer?’ ‘Wat heb je gedaan?’ zei de HEER. ‘Hoor toch hoe het bloed van je broer uit de aarde naar Mij schreeuwt. Daarom:

vervloekt ben jij! Ga weg van deze plek, waar de aarde haar mond heeft opengesperd om het bloed van je broer te ontvangen, het bloed dat jij vergoten hebt. Ook al bewerk je het land, het zal je niets meer opbrengen. Dolend en dwalend zul je over de aarde gaan.’ Kaïn zei tegen de HEER:

‘Die straf is te zwaar. U verjaagt mij nu van deze plek en ik mag U niet meer onder ogen komen, en als ik dan dolend en dwalend over de aarde moet gaan, kan iedereen die mij tegenkomt mij doden.’ Maar de HEER beloofde hem:

‘Als iemand jou doodt, zal dat zevenmaal aan hem worden gewroken.’ En Hij merkte Kaïn met een teken, opdat niemand die hem tegenkwam hem zou doodslaan. Toen ging Kaïn bij de HEER vandaan en hij vestigde zich in Nod, een land ten oosten van Eden.

Loading

Lees ook deze Berichten:

Genesis 38:24-30 Juda en Tamar 3

Genesis 24:45-57 Een vrouw voor Isaak 4

Genesis 31:43-54-32:1 Jakob bij Laban 10

Genesis 34:13-24 Dina en Sichem 3

Genesis 3:1-13 De tuin van Eden 3

Genesis 13:2-18 Scheiding tussen Abram en Lot

Genesis 33:1-11 Jakob oog in oog met Esau 4

Genesis 27:34-46 Jakob ontneemt Esau de zegen 4

Genesis 4:17-26 Adams zonen 2

Genesis 39:21-23 De dromen van schenker en bakker ...

Genesis 21:22-34 Bondgenootschap met Abimelech

Genesis 44:24-34 Jozefs broers opnieuw in Egypte 6

Genesis 41:34-46 De droom van de farao 3

Genesis 49:16-33 Jakobs levenseinde 5

Genesis 7:1-16 Noach 2

Genesis 32:17-22 Jakob oog in oog met Esau 2

Genesis 19:15-26 Sodom en Gomorra 5

Genesis 18:23-33 Sodom en Gomorra 3

Genesis 22:15-19 Abraham op de proef gesteld 2

Genesis 33:12-17 Jakob oog in oog met Esau 5

Genesis 31:1-16 Jakob bij Laban 7

Genesis 21:1-13 Isaak en Ismaël 1

Genesis 11:27-32 Terach

Genesis 27:20-33 Jakob ontneemt Esau de zegen 3

Genesis 5:21-32 Van Adam tot Noach 2

Genesis 22:20-24 Nakomelingen van Nachor

Genesis 12:1-9 Abram naar Kanaän

Genesis 46:16-30 Jakob met al zijn nakomelingen na...

Genesis 44:1-13 Jozefs broers opnieuw in Egypte 4

Genesis 31:31-42 Jakob bij Laban 9

Genesis 36:20-30 Nakomelingen van Esau 2

Genesis 20:1-7 Abraham en Sara bij Abimelech 1

Genesis 35:16-29 Jakob opnieuw in Betel 2

Genesis 47:1-14 Jakob met al zijn nakomelingen naa...

Genesis 42:18-28 Jozefs broers in Egypte 2

Genesis 25:19-34 Jakob en Esau

Genesis 2:5-14 De tuin van Eden 1

Genesis 44:14-23 Jozefs broers opnieuw in Egypte 5

Genesis 45:1-9 Jozefs broers opnieuw in Egypte 7

Genesis 48:1-12 Jakobs levenseinde 2

Genesis 46:31-34 Jakob met al zijn nakomelingen na...

Genesis 40:16-23 De dromen van schenker en bakker ...

Genesis 30:19-32 Jakob bij Laban 5

Genesis 47:15-27 Jakob met al zijn nakomelingen na...

Genesis 25:1-11 Abrahams levenseinde

Genesis 24:31-44 Een vrouw voor Isaak 3

Genesis 41:47-57 De droom van de farao 4

Genesis 40:1-15 De dromen van schenker en bakker 2

Genesis 25:12-18 Nakomelingen van Ismaël

Genesis 16:1-16 De geboorte van Ismaël

Genesis 29:15-30 Jakob bij Laban 2

Genesis 50:1-14 Jakobs levenseinde 6

Genesis 38:15-23 Juda en Tamar 2

Genesis 1:20-31 De schepping van hemel en Aarde 2

Genesis 36:1-19 Nakomelingen van Esau 1

Genesis 48:13-22 Jakobs levenseinde 3

Genesis 32:23-33 Jakob oog in oog met Esau 3

Genesis 41:1-16 De droom van de farao 1

Genesis 45:10-20 Jozefs broers opnieuw in Egypte 8

Genesis 38:1-14 Juda en Tamar 1

Genesis 12:10-20-13:1 Abram en Sarai in Egypte

Genesis 29:31-35 Jakob bij Laban 3

Genesis 10:1-20 Nakomelingen van Noachs zonen 1

Genesis 23:1-9 Koop van een familiegraf 1

Genesis 22:1-14 Abraham op de proef gesteld 1

Genesis 33:18-20 Dina en Sichem 1

Genesis 30:33-43 Jakob bij Laban 6

Genesis 15:12-21 Abrams visioen 2

Genesis 34:1-12 Dina en Sichem 2

Genesis 10:21-32 Nakomelingen van Noachs zonen 2

0Shares